Naar begin Terug

Het stenen tijdperk

De eerste Koewachtenaren

Dat geloof je toch niet. Enkele duizenden jaren voor Christus liepen hier op Koewacht mensen rond. Misschien hebben ze er gewoond of alleen maar gebivakkeerd op de hoger gelegen zandruggen. Je moet toch maar aannemen dat het waar is, want we hebben de bewijzen gevonden. Bij een boer op het land zijn stukken (stukjes) vuursteen gevonden die door mensenhanden ontstaan of gemaakt zijn.

Over welke tijd praten we het eigenlijk?

We hebben het over de periode waarin de mens voorwerpen van steen maakte en gebruikte. We splitsen deze in drie delen nl.:


Oude Steentijd of Paleolithicum (Vanaf het begin dat de mensen stenen voorwerpen maakten tot ca. 8800 voor Chr.)
Deze tijd kende een aantal koude en warme perioden. De koude jaren noemen we ijstijden. De vroegste sporen van mensen in Nederland  dateren uit de voorlaatste ijstijd, ca. 200.000-120.000 jaar geleden. Tijdens de ijstijden leefde hier groot wild o.a. rendieren, muskusossen, mammoeten, wolharige neushoorns, holenberen.  De Noordzee lag droog, dus je kon zo naar Engeland lopen.


Midden Steentijd of Mesolithicum (ca. 8800-5300 voor Chr.)
Omstreeks 9000 voor Chr. veranderde het klimaat. De gemiddelde temperatuur op aarde steeg, waardoor de variatie in flora en fauna toenam. De boomgrens verschoof naar het noorden zodat hier bossen ontstonden. De mens ging door het mildere klimaat gevarieerder voedsel eten zoals: vruchten, bessen en noten. Het groot wild trok noordwaarts en in de plaats daarvan kwam er hier in de streek steeds meer klein wild, vogels en vissen. Door deze veranderende leefomstandigheden werd de jachttechniek aangepast. Er werden kleine spitse steentjes gemaakt die als pijl- en harpoenpunt werden gebruikt. Door de stijging van de temperatuur begon het landijs te smelten, de zeespiegel te stijgen en kwam het droge Noordzee-bekken onder water te staan.

Nieuwe Steentijd of Neolithicum (ca. 5300-2000 voor Chr.)
Aan het begin van deze periode gingen de mensen zelf cultuurgewassen telen en dieren houden bij het kamp waar ze woonden. Het jagen werd dus minder belangrijk. Uit vondsten weten we dat het om twee groepen mensen gaat; enerzijds een soort  kolonisten met een vrijwel agrarische levenswijze, anderzijds een soort “halfnomaden” of als je het anders bekijkt “halfagrariërs”. Uit deze Nieuwe Steentijd kennen we de verschillende grafmonumenten, zoals grafkelders, hunebedden en grafheuvels.

Vuursteen als bewijs

In de boeken over de aardmensen van Jean M. Auel maken we kennis met volkeren uit het stenen tijdperk. Ze trokken rond gedurende de Oude Steentijd en bivakkeerden gedurende langere of kortere tijd op vaste plaatsen. Ieder had zijn/haar taak binnen de gemeenschap. Een ervan was specialist in het maken van vuurstenen voorwerpen. Dat was in die tijd een erg belangrijk en gewaardeerd beroep. Overal waar deze groepen langs trokken en woonden lieten ze sporen achter. Hout en ander organisch materiaal is meestal vergaan, maar steen, botten en aardewerk zijn langer bewaard gebleven. Wie voor het eerst de deeltjes vuursteen bekijkt vindt het meestal niet zo bijzonder. Ze zien er uit als stukjes kiezelsteen. Pijlpunten, speerpunten, schraapmessen of vuistbijlen zijn natuurlijk interessanter, maar uiterst zeldzaam. Je kunt je voorstellen dat de mensen heel veel zorg droegen voor hun gereedschappen. Als we deze vinden mag je zeker aannemen dat ze tijdens de jacht zijn zoekgeraakt of verloren. Nu zijn er de afgelopen jaren op Koewacht redelijk wat “afslagen” gevonden. Dat zijn in feite schilfers die bij het maken van vuurstenen voorwerpen letterlijk werden afgeslagen. Nader onderzoek moet uitwijzen of deze prehistorische mensen hier ook daadwerkelijk gewoond hebben. Daarvoor is verder bodemonderzoek nodig. Misschien worden dan resten van vuurplaatsen of funderingen aangetroffen, maar de kans op het laatste is erg gering. Nomaden woonden in tenten van dierenhuiden en lieten zodoende weinig sporen achter.

Waar haalde men vuursteen vandaan?

In het noorden van Nederland zijn grote stukken vuursteen te vinden die meegelift zijn met het ijs tijdens de laatste ijstijd. Dat landijs reikte tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen en kon hier in Koewacht dus geen vuursteen afzetten. Elders in Europa is het te vinden in dikke kalklagen, b.v. in Zuid Limburg, het zuiden van België, Frankrijk en Engeland. Eigenlijk komt het in vrijwel heel Europa voor. De prehistorische mensen hadden dat ook ontdekt en groeven met hun stenen gereedschap diepe gangen in de kalksteenlagen. Voor ons zijn de vuursteengroeven van Zuid-Limburg (Valkenburg, Rijckholt) en Zuid België (Spiennes) het meest dichtbij. Het is niet geheel duidelijk waar de Koewachtse vuursteen vandaan komt. Het zou kunnen dat de tamelijk ronde stukken met snelstromende rivieren zijn meegevoerd, maar dan moet er wel erg veel stroming geweest zijn. In dit vrij vlakke land werd wel klei afgezet, maar dat is erg fijn van structuur. Er werd in die tijd ook handel gedreven tussen de verschillende nomadenstammen. Men verkocht (ruilde) deze spullen tegen andere gangbare producten zoals huiden, botten of voedsel.

En Koewacht, hoe zit dat?

Bij een archeologisch onderzoek in opdracht van de gemeente Terneuzen werden in mei 2009 de eerste vuurstenen voorwerpen gevonden. Een jaar later werd een tweede speurtocht gehouden door de Werkgroep Archeologie Hulst en ontdekte men op hetzelfde perceel nog eens ongeveer 20 voorwerpen. De derde zoektocht was op 12 februari 2011. De buit was groot n.l. 77 stuks. Tijdens zo’n zoeksessie (officieel heet dit oppervlaktekartering) zie je op het land stokken verschijnen met daaraan een plastic zakje. Hierin zit het gevonden stuk steen of aardewerk. Enkele medewerkers van de werkgroep gaan na een tijdje de exacte plaats bepalen van al deze voorwerpen en tekenen deze in op de kaart. Dit uitmeten gebeurt met behulp van meetlinten of een GPS. Deze laatste geeft tot in duizendsten van minuten nauwkeurig de coördinaten Noorderbreedte en Oosterlengte aan. Met behulp van Google Earth en/of Google Maps wordt later de kaart ingetekend.

Tegelijk met de zoektochten zijn er boringen verricht. Ze werden uitgevoerd volgens een regelmatig verspringend patroon en een dichtheid van 20 per ha.  De opgeboorde grond werd geïnspecteerd op archeologische indicatoren, fosfaten en cultuurlagen.

 

Bekijk de foto hieronder om te zien wat voor soort voorwerpen er tot nu toe gevonden zijn. Na studie van deze vondsten kunnen ze met grote zekerheid gedateerd worden. We plaatsen ze in de overgangsperiode laat-Paleolithicum / vroeg Mesolithicum; dus zo’n 9.000 tot 7.000 jaar voor Christus.

Tijdbalk met periode vuursteenvondsten te Koewacht

En wordt vervolgd......

Doordat er toch voldoende interessante vondsten gedaan zijn wordt een vervolgtraject in gang gezet. Alles moet grondiger onderzocht worden. Archeologen van GATE Archeology uit Gent worden ingehuurd om de klus te klaren. In noord-zuidrichting worden sleuven van ongeveer een meter breed gegraven. De teeltlaag wordt hier verwijderd. Men zoekt naar overblijfselen uit de steentijd zoals vuurplaatsen, houtresten, plantenresten etc. Men denkt hierbij vooral aan het Mesoliticum als tijdperk van bewoning. In de sleuven worden op regelmatige afstanden proefboringen gedaan tot 2 m. diep. Men treft in de dikke witte zandlagen donkere laagjes met organisch materiaal aan. Dit wijst op een periode dat er hier weer planten groeiden en het klimaat warmer was. De dikke lagen wit zand duiden op zeer koude perioden waarin het zand door de wind werd opgewaaaid. Zo zien we afwisselend warme en koude periodes tijdens de steentijd op Koewacht. De boormonsters worden bewaard voor verder onderzoek.

De volgende zoektochten

Op 16 0ktober 2012 hebben we een zoekactie georganiseerd met zeer mooie resultaten. Een aantal kleine werktuigen en afslagen werden er op die dag gevonden. Ook wethouder van Hulle toonde belangstelling bij de speurtocht. Dit is voorlopig de laatste keer dit jaar dat we met de Werkgroep Archeologie Hulst het stuk land hebben onderzocht. Alle gevonden voorwerpen worden in Middelburg bewaard. Misschien kunnen deze bij een latere tentoonstelling bij het SCEZ worden geleend. Bij sommige vondsten kun je heel goed zien dat er hele kleine stukjes zijn afgeslagen om een scherp snij- of schraapvlak te krijgen. Wat ook opvalt zijn de vele verschillende kleuren die de voorwerpen hebben, maar dit is kenmerkend voor vuursteen: Geen enkel stuk is hetzelfde. Soms is de steen zo dun dat hij doorzichtig lijkt. Als illustratie zie je hieronder een paar van de mooie vondsten.

en verder.......

hebben we op 11 december 2013 het zoeken naar vuursteen op Koewacht afgesloten met een (voorlopig) laatste speurtocht. Het was een prachtige middag met een bleek laagstaand winterzonnetje. Alweer een rijke buit met uitzonderlijk mooie resultaten. We laten hier een gave pijlpunt en een mooi gebogen "kartelmes" zien. Jammer dat we niet precies weten wat de mensen uit de steentijd ermee deden. Wellicht huiden afkrabben, of krassen op hun armen maken of misschien wel allerlei wortels schrapen. De tandjes zijn in ieder geval vlijmscherp.

Vuursteenknol met afgeslagen stukken

Vuursteen komt heel veel voor in kalksteenlagen en is ontstaan door grote concentraties kiezelzuur. Als we er hard op slaan springen er vlijmscherpe stukken af. Hiervan werden messen, pijlpunten en bijlen gemaakt.

Vuursteenmijn in het kalkgesteente

Enkele van de vuursteenafslagen die gevonden zijn bij archeologisch bodemonderzoek te Koewacht

12 februari 2011. Werkgroep Archeologie Hulst vol belangstelling bij de proefboring van een medewerkster van de Universiteit van Gent te Koewacht.

Proefsleuf, juni 2011. De lichte plekken in het midden van de sleuf geven de plaatsen aan waar geboord is.

De bodemmonsters die bij de proefboringen naar boven worden gehaald zitten in deze plastic zakjes om later onderzocht te worden.

Belangstellenden worden samen met wethouder Jaap Bos voorgelicht over de gang van zaken bij de proefsleuven

Boven: Een aantal voorwerpen van de zoekactie van 16 oktober 2012

Links: Een mooie krabber (boven- en zijaanzicht). Heel goed is te zien dat er aan de bovenkant stukjes zijn afgeslagen

Het "kartelmesje of schraper"

Pijlpunt

19 september 2018.......

Nog steeds is het terrein niet bouwrijp gemaakt, maar de plannen worden nu wel definitief. De mais is verhakseld en dat is voor WAH (Werkgroep Archeologie Hulst) het moment om nog een keer een speurtocht te organiseren. De wind blies het bovenste laagje droog zand weg waardoor het zwaardere materiaal bloot kwam te liggen. Ideaal weer dus. Ik hoef je dan ook niet te vertellen hoe enthousiast we waren toen we na afloop de resultaten van enkele uren zoeken aan het bekijken waren.

Gedeelte van de zoekactie op 19 september 2018

Tentoonstelling "Vuursteen"


Werkgroep Archeologie Hulst ontving een mailtje van Provinciaal Archeoloog Nathalie de Visser met de vraag of ze niet eens een tentoonstelling konden organiseren over de vele vuursteenvondsten te Koewacht. De mensen in Koewacht zouden dat zeker zeer interessant vinden.

In eerste instantie vonden ze het gegeven te mager om daar een tentoonstelling aan te wijden. Een paar vitrines met vuursteen; is dat zo interessant? Toch maar een middag gebrainstormd over het onderwerp. Er werden steeds meer ideeën aangedragen en ten slotte zagen ze het helemaal zitten: Het zou een breed project worden samen met basisschool "De Vlaswiek" en bibliotheek Zeeuws-Vlaanderen.


Hoe zag het project eruit?

Op school werd er les gegeven over de prehistorie in het algemeen en de vuursteenvondsten te Koewacht in het bijzonder. De leerlingen werden daarna in groepen verdeeld om verschillende disciplines uit te voeren o.a. graan malen met de hand, archeologische voorwerpen sorteren, vuursteen bewerken en het megalitische complex "Stonehenge" bouwen.

In de lessen die volgden werd er een maquette van Koewacht in de middensteentijd geknutseld, compleet met zandheuvel, bossen, struiken, woningen en boomstamkano's.

Het derde deel van het project was een buitenactiviteit. Net als de echte archeologen tijdens het onderzoek aan de Emmabaan moesten de kinderen veldlopen, grond zeven en boringen verrichten. Ook mochten ze eens proberen hoe het is om met pijl en boog te schieten.


Op 4 november 2019 werd de tentoonstelling geopend door Provinciaal Archeoloog Drs. Nathalie de Visser in het bijzijn van talrijke genodigden. Ook groep 7/8 van de basisschool was van de partij. Hun maquette stond immers ook op de tentoonstelling.

Aan de hand van enkele foto's krijg je een indruk van wat er zoal te zien is.

 Opening tentoonstelling

 Veldlopen

 Boogschieten

 Maquette PolderMAS

 Vitrines met vuursteen, mesolithische taferelen en een deel van de maquette door de leerlingen

 Mesolithische werktuigen

 Boormonster